Reisverslag van een van onze reisbegeleiders
The Outback
Als bioloog heb ik lange periode gebivakkeerd in The Outback: de rouwe rode prachtige woestijn die het binnenland van Australie karakteriseert. We deden daar onderzoek naar de dingo; de typisch Australische wilde (wolfachtige) hond. Onze taak was het in kaart brengen van de groepssamenstelling van bepaalde dingo-groepen. Maar helaas waren we al dagen aan het rijden zonder ook maar een teken van leven te zien. Dat op zich is al een avontuur: in de Outback verbinden onverharde wegen, die alleen per 4-wheel-drive te begaan zijn, de kleine nederzettingen of „ cattle farms” (ranches) met elkaar met soms honderden kilometers ertussen. Dat betekent dat mensen die in de Outback leven, soms dagen verwijderd van elkaar of een supermarkt wonen en zij moeten daarom zelfvoorzienend zijn. Dat maakt ontmoetingen met mensen uit de Outback erg bijzonder. Na een week hadden wij ons kamp opgeslagen onder de sterren. Je zult nergens de nachtelijk hemel mooier aanschouwen dan in het binnenland van Australie. Ontelbare sterren fonkelen in de afwezigheid van moderne lichtvervuiling en de melkweg strekt als een grote witte nevelband boven je hoofd. Terwijl wij op het dak van onze truck naar de sterren aan het staren waren, begon er net buiten het licht van ons kampvuur een dier zachtjes te joelen. Dit geluid werd sterker en we beseften dat het een dingo was! Binnen een minuut werd ons kamp omringt door dingo’s die allemaal als wolven naar de hemel aan het joelen waren. Prachtig! Vanaf het dak van onze truck hebben we nog een half uur kunnen genieten van deze dieren die voorzichtig snuffelend en vrolijk kwispelend de buitenranden van ons kamp inspecteerden. We probeerden zo stil mogelijk te zijn om ze niet weg te jagen. We hadden ze gevonden. Of beter gezegd: zij hadden ons gevonden en het was een bijzondere ontmoeting